1.Benoem welke twee overeenkomsten er zijn tussen de gemiddelde oudere mens en de oudere mens met een verstandelijke beperking?
hebben een grotere kans op meerdere ziektebeelden. Daarnaast takelt het lichaam van beide af.
2. Op welke levensgebieden kunnen oudere cliënten te maken krijgen met veranderingen en/of problemen?
3. Welke stelling klopt?
C
4. Wat zijn de verschijnselen van dementie?
B
5. Welke stellingen kloppen?
A-B-D
6. wat zijn aanwijzingen dat het gezichtsvermogen van iemand minder wordt?
de persoon kan dingen niet vinden. daarnaast knijpt die vaak met zijn ogen. Ook kan het zijn dat de persoon mensen niet meer herkennen.
7. Wanneer worden psychiatrische problemen bij mensen met een verstandelijke beperking vaak pas herkend?
Op het moment dat ze in een verzorgingstehuis komen.
8.Hoe reageert iemand met een ernstig verstandelijk beperking als het om dood, verlies en rouw gaat?
Meestal nogal vlak omdat ze het besef er niet is wat dood inhoud.
9. Wat kan een risico zijn voor onderbehandeling van iemand die verstandelijk beperkt is, als je uitgaat van de risico factoren?
Het risico op verschillende ziektes is hoger omdat deze persoon minder goed voor zichzelf zorgt.
10. welke stelling klopt:
B
Maak jouw eigen website met JouwWeb